Whittier - (John Greenleaf), Amerikaansch dichter, 1807—92, werd geboren te Haverhill, Massachusetts. Hij was een Quaker. In zijn jeugd werkte hij op de boerderij van zijn vader, ontving weinig schoolonderricht en ontwikkelde zich zelf. W. sloot zich aan bij de abolitionisten en ijverde zijn leven lang tegen de slavernij.
Hij was journalist en werkte mee aan The Haverhill Gazette, de New England Review en The Pennsylvania Freeman, waarin hij propaganda maakte voor de afschaffing der slavernij. Ook vele van W.’s gedichten verschenen in deze bladen. Een eerste verzameling gedichten verscheen in 1843 als Lays of my Home, and Other Poems, gevolgd door Songs of Labour (1850) en The Panorama and Other Poems (1856), waarin o. a. het bekende Maud Muller en 'The Barefoot Boy voorkwamen. W.’s beste gedichten werden geschreven in de jaren 1857—67, waaronder Skipper Ireson's Ride, Amy Wentworth, My Psalm, The Eternal Goodness, Snowbound (1866), een levendige, gevoelvolle schildering van het leven op een boerderij in NieuwEngeland, en The Tent on the Beach. W.’s gedichten zijn eenvoudig en vol gevoel. De beste zijn die, waarin hij van zijn eigen leven vertelt.