Oosthoek encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 17-01-2019

Vetharding

betekenis & definitie

Vetharding - Voor vele onderdeelen van de technologie der vetten en oliën is het van het allergrootste belang geweest een middel te vinden om de laag smeltende oliezuurverbindingen over te voeren in de veel hooger smeltende stearinezuurverbindingen, welke zich van de eerste slechts door een surplus van twee waterstofatomen onderscheiden. Dit probleem werd van des te grooter belang, toen het aantal beschikbare vloeibare oliesoorten steeds werd uitgebreid en toch de vraag juist naar vaste eindproducten (harde zeep, kaarsen) voortdurend steeg. Na tallooze vergeefsche pogingen tijdens de 19de eeuw, is eindelijk in het begin van de 20ste eeuw de eerste practisch uitvoerbare oplossing gevonden in het hydreeren (d. i. waterstof doen opnemen) onder invloed van geschikte katalysatoren, waarvoor in het bijzonder nikkel en palladium technisch het meest in aanmerking komen (Sabatier, Normann). Op grond van deze vondst is thans een geweldige omkeer ingetreden in de geheele vetindustrie, en is de „vetharding” in zeer korten tijd (1910—15) tot een belangrijk chemisch bedrijf uitgegroeid (Jurgens, Schicht).

Bij de uitvoering wordt de vloeibare olie gemengd met den geschikten katalysator en bij temperaturen van 100—250° met waterstof onder druk behandeld. In eenige uren verloopt de reactie dan. Het smeltpunt stijgt, de „onverzadigdheid” (joodgetal) verdwijnt. De groote moeilijkheid van het bedrijf is vooral gelegen in de keuze en de bereiding van een goeden katalysator. Het meest in gebruik is wel uitermate fijn verdeeld nikkel, bereid door nikkeloxyde bij de juiste temperatuur met waterstof, watergas of lichtgas te reduceeren.

Tallooze patenten hebben op dit onderwerp betrekking. De waterstof wordt op zeer verschillende wijzen verkregen ; zoo b.v. uit ijzer en stoom, door gefractionneerde afkoeling van watergas, als bijproduct bij de electrolytische bereiding van natriumhydroxyde, enz. De v. is niet beperkt tot de eigenlijke vette oliën, maar wordt ook met succes toegepast op de vetzuren en de verschillende traansoorten. Voor details van dit belangrijke moderne bedrijf raadplege men o. m. Fahrion, Die Hartung der Fette (1915).

< >