Thomasslakkenmeel - Thomasfosfaatmeel of kortweg Slakkenmeel genoemd, is een afvalproduct bij de staalfabrikatie uit fosforhoudend ijzer, volgens het procédé Thomas-Gilchrist. Daarbij wordt het fosforzuur aan kalk gebonden en wel gedeeltelijk tot Ca3P208.CaO of Ca4P209, het z.g. tetracalciumfosfaat, gedeeltelijk tot Ca3P2Og. Volgens anderen is het een mengsel van Ca3P2O8 en van calciumfosfosilicaat, een dubbelzout van Ca3P208 en CaSi03. De verkregen glasharde slakken worden zoo fijn mogelijk gemalen.
Volgens den Codex-meststoffen (eischen voor de kwaliteit) moet t. minstens bevatten 13 % fosforzuur (P205) oplosbaar in mineraalzuur, waarvan 80 % oplosbaar moet zijn in een 2-procentige waterige oplossing van citroenzuur (methode Wagner). Is het P205-gehalte hooger dan 16½ %, dan behoeft slechts 75 % oplosbaar te zijn in 2 % citroenzuur. De fijnheid moet 75 % bedragen volgens de bij de Rijkslandb.proefstations gevolgde methode, terwijl het t. ten slotte echt moet zijn, d. w. z. geen vreemd fosfaat mag bevatten.
— T. is een zeer belangrijke fosforzuurmeststof met 11—23, gemiddeld 16 a 17 % fosforzuur. Vooral op lichte, humusrijke gronden komt het door de ruime koolzuurontwikkeling in den bodem gemakkelijk tot oplossing en voor de plant beschikbaar. Op zure gronden is het boven superfosfaat te verkiezen, wijl de 50 % kalk, waarvan ± 15 % als ongebluschte kalk, medewerkt tot het ontzuren van den bodem. Wegens de langzame oplossing, wendt men het t. het liefst reeds in den herfst aan, terwijl het om dezelfde reden zoo mogelijk goed met de teellaag wordt vermengd. Ten einde het lastige stuiven van het fijne poeder te verminderen, wordt het in de praktijk vóór het uitstrooien, dikwijls met ruwe kalizouten gemengd. Wijl het mengsel spoedig hard wordt, moet met het uitstrooien niet lang worden gewacht. Een bijvoeging van 2 % turfmolm voorkomt het hard worden.