Oosthoek encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 17-01-2019

Reuzenhagedissen

betekenis & definitie

Reuzenhagedissen - In alle groepen der reptielen bestaan of hebben bestaan reuzenvormen ; dit komt reeds voor in het Palaeozoicum, en tegenwoordig b.v. bij de reuzenschildpadden. De thans levende, over het algemeen kleine hagedissen bevatten ook nog groote vormen, b.v. Varanus, de Waraan, uit de tropen, die 3 M. lengte kan bereiken ; in het Pleistoceen echter leefde een Varanus van 10 M. lengte. In nog oudere tijden, b.v. in het Krijttijdperk, waren zulke reuzenhagedissen veelvuldig ; men kent verschillende vormen van zeer verschillende levensgewoonten ; b.v. de in zee levende Mosasauridae (zie plaat Krijtformatie II, fig. 17), lengte 10—12 M.; de vischhagedis (Ichthyosaurus) — Trias tot Krijt — werd 6—8 M. lang (zie plaat Juraformatie II, fig. 3). Zeer groot — tot 12 M. — werden ook de slanghagedissen (Plesiosauria) — Trias tot Jura — (zie plaat Juraformatie II, fig. 9).

Onder de „vliegende” vormen, die doorgaans klein bleven, werden eveneens reuzenvormen ontdekt, b.v. Pteranodon uit ’t Boven-krijt, bij welken vorm de afstand der vleugelspitsen 7—8 M. bedroeg. Deze afmetingen zijn echter onbeteekenend, vergeleken bij die, welke de Dinosauria bereikten. Dergelijke reuzenvormen kwamen eertijds ook voor bij krokodillen, hoewel deze ook thans nog 10 M. lengte bereiken kunnen. Vooral onder de slangen leven thans nog zeer groote soorten, b.v. Pythons van 10 M. lengte. Over het algemeen zijn reuzenvormen — en men vindt deze eigenlijk bij alle klassen van het dierenrijk — uitgestorven of uitstervende, wat thans b.v. met vele vormen, als de zeer groote zoogdieren, het geval is.

< >