Oosthoek encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 12-01-2019

Radiaal

betekenis & definitie

Radiaal, - 1) een hoek aan ’t middelpunt van een cirkel, welks boog een lengte heeft gelijk aan den straal van den cirkel heet „radiaal”; ze is π maal op een gestrekten hoek begrepen; in graden uitgedrukt is een radiaal gelijk aan 57° 17' 44"8. In de hoogere wiskunde wordt steeds de radiaal als eenheid van hoek gebruikt. De gestrekte hoek (180°) is π radialen (= 3.1416 radialen), de rechte hoek (90°) is π/2 radialen (= 1.5708 radialen). — 2) met den straal samenhangend, uit stralen opgebouwd, enz., b.v. radiale symmetrie. De „radiale kromme” van een gegeven vlakke kromme is de meetkundige plaats van de eindpunten van lijnstukken, die in eenzelfde punt beginnen en in richting en grootte overeenstemmen met de kromtestralen van de gegeven kromme.

< >