Oleïne, - trioleïne of trioliezure glycerineester, d. i. glycerine waarin de 3 OH-groepen zijn vervangen door resten van oliezuur. Het heeft dus de formule C3H5.(OOCC17H33)3. O. vormt het hoofdbestanddeel van de vette, niet drogende oliën.
Het is kleurloos, wordt bij —8° vast en gaat door sporen salpeterigzuur in bij 83° smeltend elaïdine over. Het wordt gewonnen door het uitpersen van de ruwe vetzuren bij de kaarsenfabrikatie (zie VETVERZEEPING en KAARSEN). Het vindt in hoofdzaak toepassing voor de vervaardiging van zeep.