Noodseinen - In nood verkeerende schepen of schepen, welke onmiddellijk hulp noodig hebben, moeten de volgende n. geven, hetzij gelijk of afzonderlijk. Bij dag:
1) door kanonschoten of eenig ander knalsignaal met tusschenpoozen van ongeveer een minuut;
2) door de vlaggen N en C van het internationaal seinboek boven elkaar te hijschen;
3) door het hijschen van het afstandsein, bestaande uit een vierkante vlag, waarboven of onder een bal of een voorwerp, dat op een bal gelijkt;
4) door het hijschen van het afstandsein bestaande uit een kegel met de punt naar boven of beneden, waarboven of onder een bal of dergelijk voorwerp ;
5) door een aangehouden toon met een misthoorn, stoomfluit of sirene ; des nachts:
1) als hiervoor bij 1;
2) door het aansteken van een teer-, pek-, olie- of vetvat;
3) door het afsteken met korte tusschenpoozen van vuurpijlen of lichtkogels, die sterren uitwerpen;
4) als hiervoor bij 6.
Bovendien is voor overdag een heel oud sein, de natievlag met een knoop erin, de z.g. „vlag in sjouw”, terwijl landen, die een vlag met een „spinnekop” varen zooals Engeland, V. S. van N.-A. de vlag onderste boven hijschen als n.
