Müller (dr. jacob wybrand) - Nederlandsch taalgeleerde, geboren te Amsterdam in 1858, promoveerde 1884 te Leiden in de Nederlandsche letterkunde, was van 1882 tot 1888 leeraar aan het gymnasium te Haarlem, van 1888 tot 1902 lid van de Redactie van het Woordenboek der Nederl. Taal, werd in laatstgenoemd jaar benoemd tot hoogleeraar te Utrecht en in 1915 te Leiden. Behalve verscheidene artikelen, vooral in „Tijdschrift voor Nederlandsche Taal- en Letterkunde”, schreef hij: De oude en de jongere bewerking van den Reinaert (1884); Everaert {Cornelis) Spelen, met inleiding en aanteekeningen (in samenwerking met L. Scharpé, 1898—1900); Van den Vos Reinaerde (met dr.
Buitenrust Hettema, 2 dl. 1903); Van den Vos Reinaerde. Naar de thans bekende handschriften en bewerkingen critisch uitgegeven met een inleiding (1914); Critische commentaar op yan den Vos Reinaerde naar de thans bekende handschriften en bewerkingen (1917); terwijl hij sinds 1919 met dr. C. G. N. de Vooys redigeert Documenten en kleine teksten ten gebruike bij de studie van Vaderlandsche Geschiedenis en Taal- en Letterkunde.
