Oosthoek encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 12-01-2019

Muller (dr. samuel)

betekenis & definitie

Muller (dr. samuel) - Nederl. theoloog, geb. 1785 te Crefeld, overl. 1875 te Amsterdam, kwam op 16-jarigen leeftijd naar deze stad, om er opgeleid te worden tot predikant bij de Doopsgezinden. Van 1806—09 stond hij te Zutphen, toen in Zaandam en van 1814—27 in Amsterdam, in welk jaar hij tot hoogleeraar aan de Kweekschool voor Doopsgezinden werd benoemd, welk ambt hij tot 1856 met ijver vervulde. In 1827 vereerde de Leidsche Universiteit M. met het doctoraat in de letteren; in 1836 met dat in de theologie.

Van 1817—57 was hij lid van het Hoofdbestuur der Mij. tot Nut van ’t Algemeen; 50 jaren van Teyler’s Godgeleerd Genootschap. Van zijn hand verschenen voorbeeldige levens- en karakterschetsen, o. a. van den hoogleeraar N. G. van Kampen, in welks „Magazijn” M. vele artikelen schreef evenals in „de Vaderlandsche Letteroefeningen” en (namelooze) in „de Gids”, welks prospectus hij in de Letteroefeningen van 1836 met weinig vriendelijke aanmerkingen had begroet. M. was een der stichters in 1811 van de Algemeene Doopsgezinde Sociëteit.

< >