Oosthoek encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 10-01-2019

Lonneker

betekenis & definitie

Lonneker, - gem. in Overijsel, die in wijden kring Enschede omringt, groot 14.962 H.A., alles zandgrond, die òf tot bouwland wordt gebruikt, òf met heide of bosch bedekt is; zij telt 21.000 inw., die vooral van landbouw en onder den rook van Enschede van fabrieksnijverheid bestaan. De uitgestrekte gemeente bevat de dorpjes L. (200 inw.) en Usseloo, benevens verscheidene buurten o. a. Glanerbrug. In de onmiddellijke nabijheid van de stad Enschede vindt men de volkrijkste buurten van L.; daar heeft zich een levendige industrie ontwikkeld, die de bevolking der gem. sedert 1895 snel heeft doen toenemen.

Men vindt er o. a. de textielfabrieken „Ramie Union” (ook gloeikousjesfabriek), de spinnerijen „Roombeek” en „Oosterwold”, de spinnerij en weverij Rigtersbleek, de stoomververij van de firma Blijdenstein en Co.; verder is te Boekeloo nog gevestigd de groote katoenbleekerij van de Gebr. van Heek. Het vroegere onbeduidende buurtje Glanerbrug is in de laatste 20 jaren van 50 zielen tot 6000 inw. aangegroeid; het zijn n.l. de fabrieksarbeiders, die in Duitschland even over de grens werken. In 1884 werd een gedeelte van Lonneker, dat onder den rook van Enschede lag en toen reeds veel fabrieken telde, bij laatstgenoemde gem. ingelijfd; thans bestaan er plannen tot algeheele annexatie.

< >