Oosthoek encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 10-01-2019

Krakatau of rakata

betekenis & definitie

Krakatau of Rakata, een der drie overblijfselen van het vroegere vulkanische eiland Krakatau. Door de groote uitbarsting hiervan van 26—28 Augustus 1883, welke reeds begon op 20 Mei van dat jaar (ook van Mei 1680 is een uitbarsting bekend), verdween het centrale eiland met de vulkanen Perboewatan en Danau en bijna de helft van den Rakata-vulkaan, welke reeds vóór de beide eerstgenoemde moeten hebben bestaan. Nog vroeger zal een groote centrale kegelvormige vulkaan aanwezig geweest zijn. Door verdwijning van den vulkaankegel bleven drie stukken van den rand over, n.l. het Verlaten Eiland, Lang Eiland en Rakata.

Door de genoemde uitbarsting van 1883 werd een dek van puimsteen-tuf op deze drie eilanden afgezet. Waar deze massa tot op den zeespiegel reikt, heeft de branding den voet weggevreten en zijn steile wanden ontstaan. Onder dezen tuf ligt het gesteente, dat vóór de groote uitbarsting reeds voorhanden was, n.l. een oudere, dichte of poreuse lava (andesiet met tridymiet) en jongere, bazaltische gesteenten. Over den Krakatau bestaat een uitgebreide litteratuur. Aangaande de uitbarsting van 1883 is o. a. te verwijzen naar R. D. M. Verbeek, Krakatau, 2 dln.. Batavia 1884—1885, Fransche uitg.

Batavia 1885—1886 (een 2e druk van dl. I. Nederl. uitg.. verscheen te Batavia in 1888). De erosieverschijnselen van het puimsteen-tufdek werden o. a. bestudeerd door Hugo Cool (1907 en 1908, Nat. tijdschr. v. N. I., Jb. v. h. Mijnwezen). Het Eerste Nederl.-Indische Natuurwetenschappelijk Congres hield in October 1919 een excursie naar Krakatau. Dr. B. G. Escher stelde de excursie-gids daarvoor samen.

< >