Oosthoek encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 10-01-2019

Kempen

betekenis & definitie

Kempen - (Campines), diluviaal zandgebied in ’t N. van België, omvattende de grootste gedeelten van de provinciën Antwerpen en Limburg en het Z. van onze provincie Noord-Brabant; oppervlakte ± 4400 K.M.2 Een zacht golvend onvruchtbaar dun bevolkt land, bedekt met heide, veenmoerassen en zandverstuivingen en bosch. De bodemverbetering in dit gebied ontwikkelde zich snel na de opening van het Kempenkanaal (Antwerpen—Herenthals—ZuidWillemsvaart), gedeeltelijk wordt het in weiland (met bevloeiing) omgezet, gedeeltelijk in bouwland met teelt van rogge, haver, boekweit, aardappels en koolzaad. Het 0. deel der Belgische K. is het minst vruchtbaar; hier is bijenteelt van belang; in dit gebied zijn echter over een oppervlakte van ± 1000 K.M.2 en op een diepte van 500—1000 M. rijke kolenlagen aangeboord, zoodat dit gedeelte in de toekomst vermoedelijk een rijk mijn-en industriegebied zal worden.

< >