Keelontsteking, - angina, is een ontsteking van het slijmvlies van het zachte verhemelte, de amandelen en de keelholte. K. komt zoo veelvuldig voor, dat schier iedereen wel één of meermalen er aan geleden heeft. Terwijl k. in hoofdzaak op jeugdigen leeftijd optreedt, is de gevoeligheid er voor zeer verschillend ; terwijl de één slechts zelden wordt aangetast, maakt een ander bij eiken keer, dat hij koude vat, eene k. door. Het meest kenmerkende verschijnsel is de opzwelling van het slijmvlies en vooral van de amandelen, die tot pijn en slikbezwaren aanleiding geven.
Strekt de ontsteking zich wat dieper uit, dan voegt zich daar schorheid bij. Algemeene verschijnselen als koorts, matheid, enz. zijn een uitdrukking van de algemeene infectie. Een eenvoudige k. verdwijnt onder toepassing van rust, een Priessnitz’ verband om de keel, gorgelen met chloras kalicus 5 %, borax, hypermanganas kalicus 3 °/00 meestal binnen eenige dagen. Toch is een k. niet steeds een zoo lichte afwijking. Heftige infectie met virulente bacteriën kunnen de k. tot een gevaarlijk proces maken. De diphteritis is daarvan wel een bekend en gevreesd voorbeeld. K. treedt in het verloop van een aantal algemeene ziekten als verschijnsel op.