Oosthoek encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 10-01-2019

Keelholte

betekenis & definitie

Keelholte, - de ruimte acuter den neus en de mondholte (zie plaat bij MOND). De luchtweg en het spijsverteringskanaal kruisen er elkaar. De lucht tornt uit de neusholte in de k. en gaat naar het strottenhoofd, de spijzen komen uit de mondholte en passeeren de k. om den slokdarm te bereiken. De k. strekt zich uit van af de schedelbasis tot aan den 5en halswervel, waar zij overgaat in strottenhoofdsholte en slokdarm.

Behalve de samenhang met mond en neusholte komt op den achterwand der k. nog beiderzijds een opening voor, n.l. die van de buis van Eustachius, die naar het middenoor voert (zie GEHOORORGAAN). In den wand der k. komen, behalve kliertjes, ook ophoopingen voor van lymphoïde weefsel, de keelamandelen of derde amandel. De belangrijkste dezer ophoopingen bevindt zich tegen de schedelbasis. Wanneer nu deze keelamandel gaat ontsteken en opzwellen, zal zij den toegang van de neusholte naar de k. verkleinen of afsluiten en dus ademhalingsbezwaren teweeg brengen. Men spreekt dan van adenoïde vegetaties.

< >