Kaliumchloride - chloorkalium, KCl, komt in de natuur opgelost in het zeewater en in uitgedroogde zeebeddingen te Staszfurt als sylvien en als dubbelzout, KCl. MgCl2. 6H2O., onder den naam carnalliet met magnesiumsulfaat KCIMg. SO4. 3H2O als kainiet voor. Technisch wordt het in hoofdzaak bereid uit de Staszfurter Abraumsalze, voornamelijk uit carnalliet, waaruit het door oplossen en uitkristalliseeren of door samensmelten met chloormagnesium, waarbij het chloorkalium in de smelt achterblijft, wordt gemaakt.
In zuiveren toestand kristalliseert het in kleurlooze kuben. Het smelt bij 775° en verdampt zonder te ontleden. In water is het goed oplosbaar: bij 20° 34,5 gram, per 100 gr. water. In niet waterige oplosmiddelen is het zeer weinig oplosbaar. Het vindt toepassing als oplosbaar kaliumzout voor de fabricage van aluin, kalisalpeter, kaliumchloraat, kaliumbichromaat. In onzuiveren toestand wordt het als meststof gebruikt.
