Humperdinck - (Engelbert), geb. 1854 te Siegburg (Rijnl.), toonkunstenaar, studeerde a. h. Conservatorium te Keulen, later te München en in Italië. H. is in zeker opzicht een unicum : hij verwierf achtereenvolgens de Mozart(1876), Mendelssohn(1879) en Meyerbeer-prijzen (1881). Van 1885 tot 1887 was hij leeraar aan het Conservatorium te Barcelona, 1890 aan dat te Frankfort a. M. en werd in 1900 benoemd tot leider eener „Akademische Meisterschule” aan de Kon. Kunst-Akademie te Berlijn.
Van de vele composities van H. — in hoofdzaak dramatisch — heeft het Sprookjes-spel „Hansel und Gretel” den grootsten indruk gemaakt. Dit was, naast zijn muziek, te danken aan het lieve, vriendelijke sprookje, aan de vele — in Duitschland algemeen bekende — volks- en kinderliedjes die de componist in zijn muziek verwerkt had, en zeker niet het minst, doordat het werk op het juiste oogenblik verscheen. Het opera-publiek, dat oververzadigd was van het prikkelend „verisme” van Mascagni c. s. en naar eenvoudiger kost verlangde, vond in Hansel u. Gretel wat het zocht. Erkend moet worden, dat de partituur meesterlijk bewerkt en geinstrumenteerd is en tot het beste behoort wat de Duitsche componisten van de laatste jaren der 19e eeuw hebben geleverd. In geen van zijn volgende werken heeft H. die hoogte meer bereikt.