Hooker - (Joseph Dalton), geb. 1817 te Holesworth in Suffolk, overl. te Kew bij Londen 1911, was de zoon van den bekenden botanicus William Jackson Hooker, die achtereenvolgens prof, in de plantkunde te Glasgow en Directeur van de Kew-gardens bij Londen was. Hij ontving zijn botanische opleiding grootendeels van zijn vader, studeerde in de medicijnen en maakte van 1839—1843 als plantkundige en scheepsdokter de expeditie mee van Clark Ross naaide Zuidelijke Poolzee op de Erebus. Het botanische resultaat van deze reis is neergelegd in de Flora Antartica, de Flora Novea Zeelandia en de Flora Tasmaniae. In 1847 ondernam hij met steun van de Britsche regeering een reis in de Himalaya, die 31/4 jaar duurde, en waarvan hij in zijn Himalayan Journals (1854) een uitstekende beschrijving gaf.
Naar aanleiding van deze reis werd later de Flora of British India uitgegeven. Verder ondernam hij met Ball een reis in Marokko en de Atlas. Inmiddels was hij in 1865 zijn vader als directeur van de Kew-Gardens opgevolgd, welke betrekking hij 20 jaar vervulde. Behalve de bovengenoemde publicatie heeft H. nog een groot aantal andere botanische verhandelingen geschreven, ten deele over de flora van de Britsche koloniën, voor een ander deel ook over meer algemeene zaken. Hij was een groot vriend van Charles Darwin en heeft reeds in 1868 een rede gehouden over,,the Origin of species”, waarin hij zich geheel bij de denkbeelden van Darwin aansloot. Hij was van 1873—1878 president van de Royal Society.