Oosthoek encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 24-01-2019

Hipparchus

betekenis & definitie

Hipparchus - 1) zoon van Pisistratus, erfde met zijn broeder Hippias in 527 v. C. van zijn vader het gezag te Athene, onderscheidde zich door liefde voor kunst en wetenschap, gaf zich echter over aan zingenot en viel op het feest der Panathenaeën in 514 onder de dolken van de door persoonlijke wraak gedreven jongelingen Aristogiton en Harmodius. — 2) H., ± 190-125 v. Chr., uit Nicaea in Bithynië, de grootste sterrekundige der Oudheid, de grondlegger der wetensch. astronomie, de eerste die de sterrekunde op waarnemingen en niet op beschouwingen baseerde. H. was een voortreffelijk waarnemer, die de met de armillairsfeer verkregen resultaten door toepassing der trigonometrie verwerkte en met verwonderlijke scherpzinnigheid interpreteerde. Hij bepaalde de eccentriciteit der maansbaan en de beweging harer apsidenlijn. Hij leidde uit zijn waarnemingen de elementen der zonsbaan af, berekende de eerste zonnetafels, en bepaalde de ongelijke lengte der jaargetijden.

Hij verklaarde de samengestelde bewegingen der planeten door een vernuftig stelsel van epicykels en deferenten (dat echter misschien al van Apollonius van Perga afkomstig is). Hij schatte den afstand der zon op 1200, dien der maan (met verwonderlijke nauwkeurigheid) op gemiddeld 59 aardstralen. Hij verdeelde de ekliptika in 12 teekens, elk van 30°. De verschijning eener Nieuwe Ster in den Schorpioen (134 v. Chr.) was voor hem de aanleiding om een lijst van de helderste sterren te maken. Hij bepaalde hare plaatsen en vond door vergelijking met de waarnemingen van Timocharis en Aristyllus de precessie der nachteveningen. De lijst bevat 1026 sterren en is ons in het beroemde werk van Ptolemaeus, den Almagest, bewaard gebleven. Ook als geograaf is H. beroemd: hij leerde de breedte en, uit maansverduisteringen, de lengte op aarde te vinden. — Als wiskundige heeft H. den grondslag gelegd voor de trigonometrie zoowel in t platte vlak als op den bol; H. is misschien ook uitvinder van de stereografische projectie.

< >