Heije - (Jan Pieter), Nederlandsch dichter en schrijver, geb. 1809 te Amsterdam, studeerde te Leiden in de medicijnen, nam deel aan de vijandelijkheden tegen België en vestigde zich daarop te Amsterdam als practiseerend arts, legde in 1857 zijn practijk neer, en overl. daar 1876. Van 1832—34 gaf hij met Drost „De Vriend des Vaderlands” uit, daarna met Potgieter en anderen „De Muzen’’.In 1841 werden zijn Liederen en Zangen bekroond door de Holl. Maatschappij, in 1847 zijn Kinderliederen door de M. t. N. v. ’t A. Sedert 1843 was hij hoofdbestuurder, secretaris en hoofdleider der Mij. ter bevord. der Toonkunst, van 1844—60 hoofdbestuurder der M. t. N. v. ’t A. Ook als wetenschappelijk geneeskundige deed hij zich kennen; in 1842 werd hij lid der staatscommissie voor de geneeskundige wetgeving, in 1847 hoofdbestuurder der Mij. tot bevord. der Geneesk., ook stichtte hij de „Vereeniging voor Ziekenverpleging” (1844) en „De Toekomst” (verzorging van verwaarloosde kinderen). Voornaamste geschriften : Proza: De diakoniën en de armenwet („Open brief aan Jhr.
Mr. J. de Witte van Citters”, 1856), Eene levensvraag voor oogenblik en toekomst („Armenverzorging en armbestuur enz.” 1855), Het volkszangonderwijs te Amsterdam (1848), Archief van geneeskunde („onder medewerking van eenige vaderl. geleerden uitgeg.”, 15 dln., 1841—45), De grondslag van de maatschappij der toekomst (1850), Wenken en meeningen omtrent geneesk. staatsregeling en algem. geneesk. („Onder medewerking van eenige vaderl. geleerden verz. en uitg.”, 1836), enz. Als dichter is hij onder ons volk nog altijd zeer populair, zijn verzen zijn gemoedelijk en frisch, echt-nationaal en religieus. Het eeuwfeest zijner geboorte werd in 1909 gevierd door tal van tijdschriftartikelen, waarin hem van verschillende zijden veel hulde werd gebracht. De Wereldbibliotheek gaf een „Bloemlezing uit de Volksdichten”.
Van zijn talrijke bundels noemen wij hier: Zangen der liefde (1843), Kinderliederen (3 bundels, 1844—45), Sprookjes uit de oude doos op rijm gebragt (3 st. 1846—47), Maria bij 't kruis (1856), Al de Volksdichten (2 dln., 1865), Het woord van Waterloo („een vredelied”, met Eng., Duitsche en Fr. vertaling, 1865), Uit scheemring tot zonneschijn (1866), Volksdichten (12 afl. 1869 —70), Gedichten (2 dln.) enz. Hij is begraven te Abbenes, waar in October van zijn sterfjaar een gedenkteeken (van W. B. G. Molkenboer) werd opgericht. Zijn Kinderliederen zijn nog altijd zeer in trek. Een waardige hulde aan zijn nagedachtenis is de „Jan Pieter HeijeStichting” te Oosterbeek, tot het verzorgen, opvoeden en onderwijzen van zwakzinnige kinderen (1909).