Hallenkerk - is een drieschepige kerk, waarvan de beide zijschepen even hoog zijn als het middenschip. Dit type van kerk, dat aan het einde van de 13e eeuw in Duitschland in gebruik komt, vertoont zich het eerst in Westfalen (Munster te Herford en de Dom te Paderborn). In Nederland komt het type veelal in het Oosten des lands voor, in den laatgotischen kerkbouw (Venlo, Venray, Weert) en ook wel bij de vergrooting van een vroeggotische kerk tot een breede drieschepige hallenkerk, zooals in Zutfen, Deventer, Delden, Nijmegen, Zwolle, Amersfoort en Rhenen. Als consequentie van dezen bouw mag men wellicht de tweebeukige kerk te Borne beschouwen, een bouw die in ons land zeer zeldzaam is.
In Frankrijk ontstond de hallenkerk uit de z.g. zaalkerk. De zijkapellen worden verhoogd, waardoor de zelfstandige verlichting van het middenschip wordt opgegeven. In de 17e eeuw komt de hallenkerk in Frankrijk gewoonlijk met kruisgewelf voor (Marseille, Lyon, Poitiers).