Oosthoek encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 24-01-2019

Haes (frans de)

betekenis & definitie

Haes (Frans de), Nederl. dichter, in 1708 te Rotterdam geb. en in 1761 overl., was een kleinzoon van Frans en een zoon van Johan de Haes, van wien weinig beteekenende Mengelgedichten (1711) bestaan. Frans de jongere was, gelijk de meesten zijner tijdgenooten, een vervaardiger van wel vloeiende, maar toch onbeduidende verzen, waarvan b.v. zijn Stichtelijke Gedichten (1746) een zeer duidelijk getuigenis afleggen. Beter zijn verschillende stukken in Gedichten en Nagelaten Gedichten (1764), o. a. Het Verheerlijkte Portugal (naar aanleiding van de aardbeving te Lissabon in 1755).

Schreef verder nog : Poëtische uitbreiding en bespiegeling over de gelijkenis van den Verloren Zoon (1744) en Stichtelijke Gedichten (1746). Bij zijn nagelaten gedichten verscheen nog een Nederduitsche Spraakkunst (2 dln.), terwijl hij nog een vertaling leverde van de „Mémoires” van Comines (1757).

< >