Oosthoek encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 24-01-2019

Glycocholzuur

betekenis & definitie

Glycocholzuur - C26H43N06, een der galzuren, vooral in rundergal voorkomend; bij het koken met zuren of alkaliën wordt het ontleed in glycocoll en cholzuur; het is optisch actief, rechtsdraaiend, in water moeilijk, in alkohol gemakkelijk, in aether niet oplosbaar en vormt fijne, glinsterende kristalnaalden smpt. 133'. Eene waterige oplossing wordt door rietsuiker en geconcentreerd zwavelzuur violetrood gekleurd. Het gemakkelijk oplosbare natriumzout van het g. is een hoofdbestanddoel van de gal der plantenetende dieren.

Het g. is een product der eiwit-stofwisseling en wordt in de lever gevormd. Het heeft, evenals de overige galzuren, een groote beteekenis voor de resorptie van vetten.

< >