Oosthoek encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 24-01-2019

Glasharmonika

betekenis & definitie

Glasharmonika - een muziekinstrument, dat zijn ontstaan te danken heeft aan de liefhebberij, verschillend gestemde wijnglazen met een vochtigen vinger in trilling te brengen en ze zóó te doen klinken. Volgens sommigen is de natuurkundige-staatsman, Benjamin Franklin, de uitvinder der g.; anderen beweren, dat hij het, reeds bestaande, instrument verbeterd heeft. Zijn g. bestond uit een stel chromatisch gestemde, glazen klokken, die, aan ’t ondereind van eene opening voorzien, op eene draaibare stang in elkander worden geschoven, echter zóó dat zij elkander niet raken, en de rand van elke volgende klok een weinig voorbij de andere uitsteekt.

Door voetbeweging kan die stang in draaiende beweging worden gebracht; de klokken wentelen mee, en wanneer zij met een bevochtigden vinger worden aangeraakt, komen zij in trillende beweging en veroorzaken een uiterst welluidenden, gevoelvollen toon, die op alle mogelijke manieren genuanceerd worden kan. Het schijnt, dat die bijzondere welluidendheid veroorzaakt wordt door de directe aanraking van de klokken met de zenuwtoppen der vingers; daarin ligt ook een groot gevaar: van verschillende virtuozen op de g. is het bekend, dat het geregeld bespelen van het instrument hun zenuwgestel zoodanig geschokt heeft, dat zij het spelen moesten opgeven. Zie verder, het zeer uitvoerige artikel over g. in het Musik-Lexicon van Mendel-Reissman.

< >