Genève (meer van) - (Fr. Lac Léman), het grootste der Alpenmeren, 582 K.M2., 72 K.M. lang, grootste breedte (tusschen Amphion en Morges) 13,8 K.M. De spiegel ligt 375 M. boven de zee, grootste diepte 310 M. (tusschen Ouchy en Evians). Het verschil tusschen laagsten (einde winter) en hoogsten waterstand (tijd van het smelten van de sneeuw) bedraagt gemiddeld 1½ M. De „Seiches”, op en neergaande bewegingen van de watermassa tengevolge der ongelijkheid van luchtdruk, zijn in het Meer v. G. zeer sterk, en veroorzaken soms een niveauverschil van 1.90 M. tusschen de beide uiteinden. Het verschijnsel is hier het eerst bestudeerd. Het water heeft een diepblauwe kleur, in tegenstelling met de blauw-groene der overige Alpenmeren.
De Rhône stroomt er als een troebele rivier met een moerassige delta in het 0. in, om er bij Genève weer helder uit te komen. Een groot gedeelte van het oorspronkelijk meer heeft hij reeds met zijn sedimenten opgevuld, n.l. van Bex af. Het Meer van G. is beroemd om zijn natuurschoon. Het W.-deel ligt in de Zwitsersche hoogvlakte en heeft zacht glooiende oevers. In het midden, aan den N.kant daalt het Jorat-plateau terrasvormig naar het meer af. De O. helft is geheel door de Alpen omgeven. Vooral de naar de zon gekeerde en tegen N. winden beschutte, wijnrijke N. oever, die tot Zwitserland behoort, is dicht bevolkt.. Het meer wordt druk bevaren door toeristen en door visschers, die er „fera” (Coregonus maraena) vangen.
