Oosthoek encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 24-01-2019

Genève

betekenis & definitie

Genève - (Duitsch Genf), 1) kanton van Zwitserland, 282 K.M2. groot, 161.000 inw., bijna geheel door Fransch gebied omgeven liggend, aan het Z.W. uiteinde van Zwitserland. Het is een mooi heuvelland, dat om de stad vlak is, maar elders met steil glooiende oevers naar het W. gedeelte van het Meer van Genève afdaalt, ’t Is ingesloten tusschen de vóórbergen der Jura en der Savooische Alpen (Salève, Voirons). De Rhône stroomt door het kanton heen, en vereenigt zich bij de hoofdstad met de Arve. De bevolking spreekt meest Fransch en is voor de eene helft Katholiek voor de andere Protestant.

Hoofdmiddel van bestaan is land- en tuinbouw. 75 % van den bodem wordt hiervoor en voor wijnbouw en veeteelt gebruikt, 9 % zijn met wouden bedekt. Meer en rivieren zijn vischrijk. Industrie vindt men voorn, in de hoofdstad, de uurwerkindustrie is ook verder over het land verbreid. Het net van verkeerswegen is zeer dicht en concentreert zich in de stad G. De wetgevende macht berust bij een Grooten Raad van 100 leden; de uitvoerende bij een Staatsraad van 7 leden. Over gewichtige zaken beslist het volksreferendum. — 2) G., hoofdstad van het kanton;

138.000 inw., gelegen aan beide zijden der uitvloeiing van de Rhône uit het Meer van G., op 408 M. hoogte. De stad beheerscht de Z.W. toegangspoort van Zwitserland en is daardoor het knooppunt van belangrijke wegen, waarvan de spoorwegen G.—via Bellegarde—Lyon—Parijs, Lyon—Middellandsche zee en G. —Lausanne — Bern—Bazel en verder de voornaamste zijn. Lokaalwegen gaan naar Chamonix, langs den Zuidoever van het Meer v. G., naar Annemasse. naar Annecy, naar Bouveret, enz., en verschillende tramwegen b.v. naar Versoix, Vernier, Chancy, naar den Salève. Het Meer wordt vanuit G. druk bevaren. De haven wordt tegen de soms hevige N.O.-winden door twee pieren beschermd. n.l. de Jetée des Paquis en de Jetée des Eaux Vives. De oude stad heeft een driehoekigen vorm. Zij ligt met haar nauwe en kromme, door hooge, oude patriciërhuizen omzoomde straten, hoog boven den linkeroever. De oude vestingwerken, die dit stadsgedeelte omgaven, zijn nu vervangen door breede boulevards en plantsoenen.

Van het Meer is het door de Grand-Quai du Lac gescheiden. Ten 0. ligt de nieuwe voorstad Les Eaux-Vives, ten W., op het Schiereil. tusschen Rhône en Arve, de voorstad Plain-Palais. Op den rechteroever van den Rhône ligt de industriewijk te St.-Gervais, met een arbeidersbevolking. In St.-Gervais ligt het hoofdstation. Eveneens op den rechteroever het vreemdelingenkwartier Les Paquis, met hôtels, enz. Centrum van het vreemdelingenverkeer is de Quai du Mont Blanc, van waar men een prachtig uitzicht op deze gebergtegroep heeft. Over den Rhône liggen zeven bruggen. Van oudsher is G. een brandpunt van intellectueel leven geweest, en, na Parijs, wel het hoofdcentrum der Fransche beschaving.

Er is een hoogeschool (in 1559 als academie gesticht, sedert 1873 universiteit) met in 1913/14 1638 studenten en 153 professoren; een door Calvijn gesticht College, enz. G. heeft talrijke monumenten en standbeelden, o.a. voor Rousseau op het Ile Rousseau, enz. De stad heeft tengevolge van haar ligging een belangrijken handel en een van oudsher beroemde industrie, vooral van artikelen van kennis en smaak, b.v. van uurwerken, speeldoozen, goud- en zilverwerk, émail, bijouterieën, wetenschappelijke instrumenten, enz. De handel is voornamelijk transito-handel. G. is ook één der belangrijkste toeristenstations van Zwitserland. — In de eerste eeuw vóór Chr. was G. reeds als Genēva of Genāva bekend en behoorde aan de Allobrogen. Het werd door Julius Caesar veroverd. In 443 werd het de hoofdplaats van het Rijk der Bourgondiërs, kwam in 534 aan de Franken op het einde der 11e eeuw aan het Arelatische Koninkrijk en daarmee in 1033 aan het Duitsche Rijk. Gedurende de latere Middeleeuwen heerschte er voortdurend een hardnekkige strijd tusschen den Keizerlijken graaf, den bisschop en de graven (later hertogen) van Savoie, waarvan de burgers gebruik maakten om allerhande vrijheden te verkrijgen.

De burgerij sloot in 1526 een verbond met Bern. Toen leed G. door den partijstrijd der Zwitsersche en der Savoische factie. In 1534 werd de Hervorming ingevoerd en in 1535 vestigde zich Calvijn hier voor de eerste maal. Ofschoon in 1538 verdreven, werd hij in 1541 weer uitgenoodigd terug te komen en organiseerde den nu zoo goed als geheel onafhankelijk geworden staat geheel op gereformeerden grondslag, waardoor G. uitgangspunt werd van het Calvinisme. In de 17e eeuw trachtten de hertogen van Savoie G. weer te onderwerpen, maar gesteund door de Gereformeerde Mogendheden, o.a. door de Nederlanden, werden deze pogingen verijdeld.

In de 18e eeuw komen veel onlusten voor, tengevolge van den strijd tusschen de aristocratische regenten en de democratische burgerij. Toch bleef G. ook toen een belangrijk kultuurcentrum: talrijke personen, die een belangrijke rol gespeeld hebben in de geestesbeweging van dien tijd hebben in G. of in de buurt gewoond (b.v. J. J. Rousseau, Voltaire, Necker, Madame de Staël, de Saussure, enz.) In 1794 werd onder den invloed der Fransche revolutie aan de regentenregeering een eind gemaakt. In 1798 werd G. bij Frankrijk ingelijfd. Na het herkrijgen der onafhankelijkheid in 1815, sloot het zich bij den Zwitserschen Bond aan. In 1846 werd onder leiding van James Fazy, de conservatieve regeering ten val gebracht en een demokratische constitutie ingevoerd.

< >