Oosthoek encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 24-01-2019

Gêhinnôm

betekenis & definitie

Gêhinnôm - (Hebr. gê (bené) Hinnôm „dal (v. d. zonen) v. H.”), een dal ten Z.W. v. Jeruzalem; Joz. 15, 8; Jer. 7, 31. .De weg naar Bethlehem liep er doorheen. Wie de zonen v. Hinnôm of H. zelf waren, is onbekend. In ’t H.-dal bevond zich een offerplaats, waar, vooral in de 8e en 7e eeuw v. Chr., kinderen werden verbrand voor den (Fenic.) god Moloch (eigenl. Malk „koning”) 2 Kon. 23, 10.

Jer. 19, 6 vv. zegt, dat die plaats moest heeten „moorddal”. Door een dergelijke opvatting werd de naam dier vloekwaardige plaats later bij de Joden gebruikt als een aanduiding van „de hel, waar de goddeloozen na hun dood gepijnigd worden”, b.v. Matth. 5, 29 v. waar gêhennâ vertaald is door „hel”. Zie TOFET. Misschien lag oudtijds op de Z.-helling van het Hinnôm-dal de stadswijk der pottenbakkers, Jer. 19, 2; Matth. 27, 7; in later tijd bevond zich aldaar de begraafplaats (H)akel-dama „Bloedakker”.

< >