Oosthoek encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 24-01-2019

Fyt (jan)

betekenis & definitie

Fyt (Jan), Vlaamsch schilder, gedoopt 1611 te Antwerpen, werd in 1630 in het Lukasgilde opgenomen, deed daarop studiereizen naar Italië en Frankrijk, en keerde in 1640 naar Antwerpen terug, waar hij 1661 stierf. Hij arbeidde veelvuldig gemeenschappelijk met Rubens, Joh. Jordaens en Th.

Willebort; hij schilderde meest jachten, wilde en tamme viervoetige dieren, vogels, vruchten en bloemen. Werken van hem bevinden zich in musea te München, Berlijn, Weenen, Dresden, Parijs, Antwerpen en elders.

In zijn genre is F. wel een van de besten en overtreft ook zijn leermeester Snijders. In zijn werk zijn duidelijk twee perioden te onderscheiden. Eerst volgt hij nauwkeurig de werkwijze van Snijders: krachtige kleur, teere belichting, fluweelige als ’t ware gepolijste oppervlakte; dan (sedert ongeveer 1647) worden de tonen van zijn palet heviger, zijn verf meer korrelig, zijn penseelstreek vuriger, het schilderij wordt ruw, alsof het met een rasp behandeld was, inktzwarte vlekken worden vlak naast vale of heldere kleuren gezet, maar de algemeene indruk blijft even goed die van een volkomen beheersching van het effect. Een prachtig voorbeeld van deze tweede manier is de „Reebok met haren” te Berlijn, waarop ook het zonnige landschap schitterend weergegeven is.

Litteratuur: Thieme-Becker’s Allg. Lexik. d. bild. Künstler XII 612—614; Max Rooses, Flandre (Ars Una) Parijs 1913, 276-277.

< >