Oosthoek encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 27-12-2018

Fyt

betekenis & definitie

Fyt - (Jan), Vlaamsch schilder, gedoopt 1611te Antwerpen, werd in 1630 in het Lukasgildeopgenomen, deed daarop studiereizen naar Italiëen Frankrijk, en keerde in 1640 naar Antwerpenterug, waar hij 1661 stierf. Hij arbeidde veel-vuldig gemeenschappelijk met Rubens, Joh.Jordaens en Th. V illebort; hij schilderde meestjachten, wilde en tamme viervoetige dieren,vogels, vruchten en bloemen. Werken van hembevinden zich in musea te München, Berlijn,Weenen, Dresden, Parijs, Antwerpen en elders.—In zijn genre is F. wel een van de besten en over-treft ook zijn leermeester Snijders.

In zijn werkzijn duidelijk twee perioden te onderscheiden.Eerst volgt hij nauwkeurig de werkwijze vanSnijders: krachtige kleur, teere belichting, flu-weelige als ’t ware gepolijste oppervlakte; dan(sedert ongeveer 1647) worden de tonen van zijnpalet heviger, zijn verf meer korrelig, zijn pen-seelstreek vuriger, het schilderij wordt ruw, alsofhet met een rasp behandeld was, inktzwartevlekken worden vlak naast vale of helderekleuren gezet, maar de algemeene indruk blijfteven goed die van een volkomen beheerschingvan het effect. Een prachtig voorbeeld van dezetweede manier is de „Reebok met haren” teBerlijn, waarop ook het zonnige landschap schit-terend weergegeven is. — Litteratuur: Thieme-Becker’s Allg. Lexik. d. bild. Künstler XII612—614; Max Rooses, Flandre (Ars Una)Parijs 1913, 276-277.

< >