Entbastaarden - Wanneer bij enting van een plantensoort op een andere, op de vergroeiingsplaats spruiten ontstaan, die eigenschappen van beide soorten in zich vereenigen, spreekt men van entbastaarden. Het oudst bekende voorbeeld, 100 jaar geleden ontstaan bij enting van een Purperen regen (Cytisus purpureus) op een Goudenregen (Cytisus Laburnum), is Adam’s Gouden regen (Cytisus Adami). Vroeger meende men, dat deze entbastaarden vergelijkbaar zouden zijn met geslachtelijke bastaarden, dat er dus een versmelting van twee cellen en van hun kernen aan het ontstaan vooraf zou gaan. Door de onderzoekingen van Baur en Winkler weet men, dat dit ten minste in de meeste gevallen niet zoo is, dat een zoogenaamde entbastaard bestaat uit cellen van de beide soorten, die op bepaalde wijze met elkaar vergroeid zijn, maar die ieder hun eigenschappen gehouden hebben. Het zijn dus chimaeren en wel zoodanig, dat een of meer peripherische cellagen vervangen zijn door cellen van de andere soort.
Nu en dan komen terugslagen naar de oorspronkelijke soorten voor. Daar elke cel alleen de eigenschappen van één van de beide soorten bezit, geldt dit ook voor de geslachtscellen, zoodat entbastaarden niet door uitzaaiing, maar uitsluitend door stekken vermenigvuldigd kunnen worden. Behalve de bovengenoemde zijn o.a. nog bekend entbastaarden van mispel en meidoorn (Crataegomespilus ) en van tomaat en zwarte nachtschade.