Oosthoek encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 13-12-2018

Cytisus

betekenis & definitie

Cytisus - Gouden Regen, plantengeslacht der Leguminosen-Papilionaten; met Sarothamnus en Laburnum samen zijn er 50 soorten bekend in het gebied van de Middell. zee, Europa en W.-Azië. Het zijn heesters of boomen met 3-tallige bladeren, waarvan bij enkele soorten alleen het eindblaadje aanwezig is, en gele, purperen of witte bloemen in lange hangende trossen of in korte bloeiwijzen in de blad-oksels. Tot de vormen met hangende trossen behooren C. nigricans met veelbloemige trossen van goudgele, welriekende bloemen en C. sessilifolius, het Klaverboompje, met 4-8 bloemige niet-riekende trossen, beide kleine heesters. Verder C. Laburnum, de gewone Gouden Regen (= Laburnum vulgare) en C. alpinus (= Laburnum alpinum), beide groote heesters of kleine boomen met gele bloemen in lange trossen.

Deze beide soorten zijn vergiftig. Vooral de eerste is een bekende sierstruik, die zoowel apart, als te zamen met Sering en Lonicera geplant, een fraai effect maakt. Men mag de boomen niet snoeien, doch moet ze alleen uitdunnen. Van de soorten met 2 aan 2 of afzonderlijk staande bloemen in de bladoksels zijn te noemen C. scoparius (= Sarothamnus scoparius), de Brem of Bezembrem, een heester met kantige groene takken, de onderste bladeren 3-tallig, de bovenste enkelvoudig, ongesteeld. Het is een plant, die bij ons op zandgrond algemeen voorkomt en in Mei opvalt door de groote hoeveelheid prachtig-goudgele bloemen. Wordt gekweekt met witte bloemen en met gele bloemen met bruinroode vleugels.

Om vormen met een hoogen stam te krijgen, kan men enten op Gouden Regen. Verder C. purpureus, een lage heester met purpurroode bloemen, geschikt voor rots-partijen. Deze laatste soort vormt met C. Laburnum den entbastaard C. Adami, een boom met het uiterlijk van den Gouden Regen, doch met purperen bloemtrossen; aan enkele takken vindt men ook de goudgele bloemen van C. Laburnum, terwijl bovendien uit sommige knoppen takken van de echte C. purpureus te voorschijn komen. Soorten met eindstandige, hoofdjesachtige schermen zijn C. austriacus, met gele bloemen, een kleine heester en C. capitatus, terwijl C. leucanthus witte of geelachtig witte bloemen heeft. Al deze soorten worden in tuinen aangeplant, meest gemengd met andere heesters. Ze verdragen goed een tamelijk schaduwrijke standplaats maar zijn lang niet alle winterhard.

< >