Duhm

betekenis & definitie

Duhm - (Bernhard), Duitsch Protest. theoloog, O.-Testamenticus, geb. 1847 te Bingum in Oost-Friesland. Hij studeerde te Göttingen, werd daar eerst repetent (1871), toen priv.-doc. (1873), extraord. voor ’t O. Test. (1877); in 1888 gew. hoogl. te Bazel. Zijn belangrijkste werken zijn: Theologie der Propheten (1875); commentaren op Jesaja (met vertaling, 3e druk 1915); Job; Psalmen; Jeremia; Habakuk; Entstehung des A. Test. (2e dr. 1909); Die Gottgeweihten in der alttestamentl. Religion (1905); verder voordrachten over Ziel u. Methode der Theologie; Kosmologie u. Religion (1892); Das Geheimnis in der Religion (1896); Die Propheten (in Weinel’s Lebensfragen, Tübingen, Mohr, 1917).