Oosthoek encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 13-12-2018

Diëder

betekenis & definitie

Diëder, tweevlak; beschouwt men een vlakken regelmatigen veelhoek uit het oogpunt van de ruimtelijke draaiingen, die hem van een bepaalden stand in een daarmee samenvallenden stand brengen, dan moeten de onder- en bovenkant van het vlak als afzonderlijke meetkundige zijvlakken gedacht worden, zoodat het geheel een tweevlak of diëder moet heeten.

< >