Davis (john) - een der voornaamste Engelsche zeevaarders en ontdekkingsreizigers onder Elizabeth, 1550?—1605. Maakte van zijn vroege jeugd af verschillende zeereizen. In 1583 schijnt hij het plan te hebben gevormd de Noordwestelijke doorvaart te zoeken. In 1585 vertrok hij naar Groenland’s Westkust, die hij volgde tot Godthaab en over Straat Davis tot in de Cumberland-Sont.
Het volgende jaar, 1586, deed D. weer eene reis naar’t N.W. Zuidwaarts zeilde hij langs de kust van Labrador, zonder den ingang van de Hudsonstraat te hebben opgemerkt. De derde reis was in 1588 langs de W. kust van Groenland (grootste door hem bereikte breedte 72° 12' N.); toen door het beruchte pakijs midden in de Baffinsbaai. In 1592 zien wij hem met Thomas Cavendish op diens laatste reis. Toen de rest van Cavendish’s exp. zonder succes terugkeerde, vervolgde D. zijne ontdekkingsreis door straat Magelhäes en ontdekte de Falkland’s eilanden in 1592. In 1593 keerde hij terug. 1598—1600 vergezelde hij als piloot de expeditie onder van Neck en van Warwijck naar de Molukken, 1601—’03 maakte hij als eerste piloot in dienst van de Eng. O. I. C. de eerste Engelsche expeditie naar Indië onder James Lancaster mee. In Dec. 1604 zeilde hij opnieuw derwaarts met Sir Edward Michelborne. Op deze reis werd hij door Japanneesche piraten bij Bintang gedood.
Voor de praktische zeevaartkunde schreef D. een paar belangrijke werken, n.l. in 1594: The seaman's Secrets en in 1595 een meer theoretisch werk: The World’s Hydrographical Description. Aan hem schrijft men ook de uitvinding van de backstaff (zie STERREKUNDIGE INSTRUMENTEN) toe, welke instrumenten voor hoogtemetingen dienst deden, tot zij door het sextant werden verdrongen. Zie over Davis: C. H. Markham, The voyages of John Davis, the Navigator. Hakl. Soc. vol. LIX. London 1880.