Oosthoek encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 13-12-2018

Davis (andrew jackson)

betekenis & definitie

Davis (andrew jackson) - Amerik. spiritist, geb. 1826 te Blooming Grove (New-York), overl. 1910; praktiseerde als magnetiseur en gaf in 1847 uit: The principles of nature, her divine revelations en A voice to mankind, dat hij in ’45 in gemagnetiseerden toestand aan den predikant Fishbough had gedicteerd. Van zijne meer dan 30 werken zijn de voornaamste: The great harmonia, een encyclopaedie in 6 dln. (1850—’67); The philosophy of special providence (1850); The magic staff (1857, zijn autobiographie), aangevuld door Arabula or the divine guest, containing a new collection of new gospels (1867); A stellar key to the summerland (1868); The fountain (1870); The Temple: diseases of the brain and nerves (1871); Views of our heavenly home (1878), bijna alle min of meer herhalingen van zijn eerste werk, echter in helderzienden toestand geschreven. D. stond zeer onder den invloed van Swedenborg.

< >