Cycadaceeën - of Cycadeeën, plantenfamilie der Gymnospermen met een 100-tal soorten in de tropen en subtropen, doch veel rijker vertegenwoordigd als fossiele resten van de bovenste afdeeling der steenkolenformatie tot aan het begin van het Jura-tijdperk. Het zijn planten met een grooten of kleinen zelden vertakten stam, soms met het uiterlijk van palmen (Cycas), vaak ook frappant op varens gelijkend (Stangeria paradoxa). De zaadknoppen zitten òf aan kleine bladeren, die direct aan den hoofdstam voorkomen (Cycas) òf aan aparte zijassen, die op groote dennekegels gelijken en welker schubben meest 2 zaadknoppen dragen. De mannelijke planten dragen de stuifmeelhokj es zonder uitzondering aan de schubben van dergelijke kegels.
Na de bestuiving komen uit de stuifmeelbuis bewegelijke spermatozoiden te voorschijn, die een tijdlang kunnen rondzwemmen in een vloeistofmassa, die zich in een bepaalde holte aan den top van den zaadknop heeft verzameld, om daarna zich met de eicel te vereenigen. Onder de Phanerogamen komen alleen nog bij Ginkgo dergelijke bewegelijke, dus op die van varens gelijkende spermatozoiden voor; bij alle andere hoogere planten zijn de mannel. geslachtscellen onbewegelijk. Behalve Cycas worden bij ons in de koude kas nog Encephalartos uit Afrika en Ceratozamia uit Mexico gekweekt.
