Oosthoek encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 15-11-2018

Climax

betekenis & definitie

Climax - duidt in de stijlleer aan de steeds in kracht toenemende gevoelswaarde van op elkaar volgende bewoordingen. De c. is in de taaluiting, wat het crescendo is in de muziek. De aesthetische werking berust op het gestadig sterker worden van de gewekte aandoening.

Vbb. „Wat zee van lijden, van tranen, van bloed tusschen het heden en dat morgen”. (Schimmel); „Uren, dagen, maanden , jaren vliegen als een schaduw heen” (Feith); Hél. Swarth’s Lied van de Zee, de laatste strofen; Goethe’s Mailied („Wie herrlich leuchtet mir die Natur”).

< >