Oosthoek encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 22-12-2018

Feith

betekenis & definitie

Feith - (Hendrik Octavius), 1813—1895; van1849—1882 provinciaal archivaris in Groningen;daarop na de nieuwe regeling van het archiefwe-zen tot 1892 rijksarchivaris in Groningen. Zijndissertatie De Gildis Groninganis (Gron. 1838)wordt nog gewaardeerd. Als archivaris bewooghij zich op historisch-juridisch, zoowel als opzuiver historisch terrein. Hij gaf een reeks vanbronnenpublicaties betreffende de geschiedenisvan Stad en Lande in het licht: Eet Oldermans-boek of verzameling van stukken, behoorende tothet Gild-, Water- en Stapelregt van de stad Gronin-gen (Gron. 1850); De kronijken van Emo enMenko (met G. Acker Stratingh; Utr. 1866.)Deze publicaties werden afgewisseld door talrijkeartikelen in periodieken, met name in het doorhem met G. Acker Stratingh en W. B. J. Boelesopgerichte en geredigeerde tijdschrift: Bijdragentot de Geschiedenis en Oudheidkunde, inzonderheidvan de provincie Groningen; 10 deelen, 1864—1873.

< >