Chevallier (Pierre), Nederl. predikant, geb. te Groningen 1760 als zoon van Paulus Ch., werd pred. te Lellens 1783, Waalsch pred. te Naarden 1784, te Zwolle 1785. Hij lei zijn ambt neer in 1788 wegens „gemoedelijke bezwaren tegen het afleggen van staatkundige eeden, hoedanige erin 1787 gevorderd werden”. Hij trad 1794 weer als Waalsch pred. te Harderwijk op, bedankte in 1795 voor een beroep in zijn vorige positie te Zwolle, maar werd in dat jaar als Waalsch pred. te Amsterdam bevestigd, waar hij bijna 30 jaren met ijver en zegen werkzaam bleef. In 1810 benoemde koning Lodewijk hem tot zijn leermeester in de Holl. taal.
Ch. was een welsprekend redenaar en een innig vroom man. In de „Vaderlandsche letteroefeningen” van 1812—17, komen vier verhandelingen van hem voor over Marcus Aurelius Cariodorus, Waarheid en onafhankelijkheid, de Penningkunde, en Olympia Fulvia Morata. Verder gaf hij uit enkele Fransche preeken, o. a. Sermons relalifs aux cireonstances de la palrie (La Haye, 1814).
