Buddingh (S. A) - geb. 1811 te Kage bij Leiden, promov. 1833 tot Dr. in de theologie en vertrok in dat jaar naar Indië als kuisleeraar; spoedig daarna werd hij tot predikant te Batavia aangesteld. In 1852—1857 bezocht hij een groot deel van den O. I. Archipel, ingevolge opdracht om een algem. inspectie over de kerken en het schoolwezen in Ned. Indië te houden.
Overl. 1869 te Katwijk. Veel artikelen van zijn hand verschenen in het door hem gestichte „Ind. Archief”, dat slechts 4 jaren bestond; bekend is vooral zijn werk in 3 deelen: Nederlandsch Oost-Indië : Reizen over Java, Madura, enz., Rotterdam (1857—1862.)