Brückner (Alexander), Russisch historicus, geboren 1834 te St. Petersburg, overleden 1896 te Jena, was van 1861—67 leeraar in de geschiedenis te St. Petersburg, werd in 1867 professor in de geschiedenis aan de universiteit te Odessa en in 1872 professor in ditzelfde vak aan de universiteit te Dorpat. Omdat hij Duitscher van origine was, ontnam men hem in 1891 deze betrekking en verplaatste hem naar de Universiteit te Kazan, maar B. ging nu naar Jena.
Van zijne geschriften, gedeeltelijk in ’t Russisch, gedeeltelijk in ?t Duitsch geschreven moeten vermeld worden: Geschiedenis van den oorlog tusschen Rusland en Zweden 1788— 1790 (in ’t Russisch, 1869), Die Familie Braunschweig in Russland 1741—1806 (1876), Iwan Possoschkow. Ideen und Zustände im Zeitalter Peters d. Gr. (1878), Kulturhistorische Studien: die Russen im Ausland; die Ausländer in Russland im 17. Jahrhundert (1878), Beiträge zur Kulturgeschichte Russlands im 17. Jahrhundert (1887), Die Europäisierung Russlands. Land und Volk (1888). Voor Oncken’s „Weltgeschichte in Einzeldarstellungen” schreef hij een deel over Peter den Groote (1879) en een over Catharina II (1883). In ’t Russisch gaf hij uit: Bouwstoffen voor eene levensgeschiedenis van graaf N. P. Panin (1888—92, 7 deelen). Zijne Geschichte Russlands (1 deel, 1896) bleef onvoltooid.