Broederlam (Melchior), hofschilder der graven van Vlaanderen en hertogen van Bourgondië, wordt genoemd tusschen 1381-1409, geb. in Yperen, meest aldaar woonachtig. B. had daar een groote werkplaats met leerlingen en is drie jaar in ’t slot Hesdin geweest, Eenige reizen van hem zijn bekend, naar Parijs (1390,1395) en naar Dyon (1389,1399). Sedert 1381 hofschilder van Lodewijk van Male, later van Phil. de Stoute, die hem tot zijn „Valet de cbambre” benoemde; 1407 kreeg hij opdracht van de Kanunniken van Courtrai om in een kapel de portretten van Philips en zijn gemalin te schilderen. De grootste opdracht is ’t altaar in ’t Karthuizerklooster Champmol te Dyon (1392; 1399 opgesteld met de sculpturen van Jacques de Baerze).
Twee vleugels zijn behouden, nu in het museum te Dyon. Dit werk (tempera) sluit zich aan bij de hofminiaturisten van de Hertogen van Berry, getuigt tevens van Italiaanschen invloed. De volgende data en werken zijn voorts van hem bekend. 1395 werkte hij in ’t slot de la Walle te Gent; 1396 schilderde hij ?t wapen van Bourgondië op twee satijnen banieren (olieverf schildering); 1406 teekende hij costumes voor de raadsheeren van Yperen; 1409 ’t laatst genoemd. — Litteratuur in Thieme-Becker’s Künstler-Lexikon.
