Brion (Louis), in 1782 op Curaçao uit Amsterdamsche ouders geboren, overl. aldaar in 1821, maakte eerst verscheidene reizen, o. a. naar de Vereenigde Staten van Amerika, en vestigde zich in 1804 als koopman op Curaçao, waar hij tot commandant der schutterij werd aangesteld. In 1805 verdreef hij aan ’t hoofd zijner schutters door een stoutmoedigen aanval de Engelschen van dit eiland. In de volgende jaren bezocht hij de kusten van Venezuela en Guaira en vestigde zich hierop voor vrij langen tijd te Caracas. Juist in dezen tijd trachtte Venezuela zich van Spanje los te maken; B. koos geestdriftig partij voor de opstandelingen, rustte op eigen kosten een oorlogsschip voor hen uit en vocht in de jaren 1813, 1814 en 1815, waarin de onafhankelijkheid van Venezuela weder verloren ging, met grooten moed aan hunne zijde, zoodat hij zich bij de Spaansche vloot zeer bevreesd maakte.
Vervolgens werd hij opperbevelhebber der Columbiaansche vloot en kapitein-generaal van het leger, ondersteunde Bolivar met 250.000 daalders uit zijn eigen vermogen, hielp op Haïti eene nieuwe expeditie uitrusten, wist te bewerken, dat Bolivar kapitein-generaal van Venezuela en Nieuw-Granada werd en veroverde in Maart 1816 het eiland Margarita, hetwelk de opstandelingen tot hunne wapenplaats maakten. B. versloeg herhaaldelijk de Spaansche vloot, hielp vele steden veroveren en nam 11 Nov. 1820 St. Martha in, wat zijn laatste wapenfeit was, daar hij spoedig hierop zwaar ziek werd. B. had zijne gezondheid en zijn geheele vermogen aan den bevrijdingsoorlog opgeofferd, zoodat bij zijn dood niet eens het geld voor de begrafeniskosten aanwezig was.