Oosthoek encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 09-11-2018

Brahma-Samädzj

betekenis & definitie

Brahma-Samädzj - (Brahmaansche gemeenschap) is een dier Ind. secten, waarin Hindoeïsme en Christendom worden verbonden. Sedert het begin der 19e eeuw onderging Eng.-Indië den invloed der Westersche kuituur en religie, en ontwaakte de neiging om ’t Hindoeïsme te reformeeren. Eén dezer pogingen is de B.S. De stichter is Ram Mohan Roy (Rãmamŏhana Rai) in 1828, een geleerde Brahmaan, die Sanskrit, Persisch en Arabisch had gestudeerd, met ’t Boeddhisme, den Islam, en het Christendom bekend was, en beoogde een godsdienstige vereeniging te stichten met een minimum van kultus en dogmatiek: „de vereering van het eeuwige ondoorgrondelijke en onveranderlijke wezen”, en met de praktische bedoeling: „de versterking en aankweeking van liefdadigheid, zedelijkheid, vroomheid, welwillendheid, deugd, en de nauwere verbinding tusschen menschen van welke religie ook”. Dogmatisch is de hoofdzaak: de eenheid Gods, en sociaal: wegneming van misbruiken.

Hij stond daarbij onder den invloed van Christen-zendelingen. In zijn „Precepts of Jesus”” toonde hij oog te hebben voor de sociale meerwaardigheid van het Christendom boven ’t Hindoeisme. Daar een bepaalde organisatie ontbrak, zou de vereeniging na zijn dood vervallen zijn, had niet Debendra Nath Tagore (Devendranãtha Thakoer) er zijn schouders onder gezet (1839), die ook het monotheïsme beleed, maar veel nauwer bij de Wedas* aansloot dan zijn voorganger, totdat (in 1840) hem bleek, dat de Wedas ’t veelgodendom leeren. Van nu aan werd alle autoriteit aan heil. boeken ontzegd, en als bron van godskennis aangenomen het boek der natuur en de mystieke innerlijke intuïtie. In 1857 voegde Kegab Chandra Sen (Kesacandra Sena) zich bij de B.S., die de beweging meer in Christelijke lijnen stuurde, geheel met 't orthodoxe Brahmanisme brak (afschaffing van het kastenwezen en ’t brahmanensnoer), en sociale hervormingen beoogde, die de conservatievere volgelingen van Debendra N. T. tot zijn tegenstanders maakten. In 1865 kwam het tot een breuk. De conservatieven heetten voortaan Ãdi (eerste) B.s., in tegenstelling met Kegab’s-partij. Deze, laatste groep maakte een bloemlezing (Çlõka-sangraha) uit de heil. boeken van verschill. religies voor kerkelijk gebruik.

Het ontbreken van een krachtige organisatie en van een kultus legde allen last op de persoonlijkheid van den éénen leider, wien dat weldra te zwaar werd: hij voerde een kultus in (muziek, zang, processies, feesten), een liturgie, die thans nog in gebruik is, en trachtte door zijn leer van de ãdeça (innerlijke goddel. openbaring van den,leider) zijn gezag te stijven. Zijn onzekere houding openbaarde zijn ongeschiktheid voor zijn zware taak, en toen, door de uithuwelijking zijner dochter, het vertrouwen in zijn persoon geschokt werd, ontstond een nieuw scheuring (1878). De nu ontstane 3e Brahma-vereeniging (sãdhãran B.S.= algemeene B.S.) begon deze groep met wat de anderen hadden verzuimd: het maken v.e. organisatie, waarbij met ’t kastenwezen* grondig gebroken werd. Na het uittreden dezer groep verliep de vereeniging van Keçab zich in ritualisme en mystiekerij. Het getal der aanhangers van de B.S. bedraagt slechts enkele duizenden.

Maar de geestel. invloed dezer secte is vooral in Bengalen groot en voor het Christendom van belang, doordat ze zich steeds meer in Christel, banen beweegt. De geleidel. geworden geloofsbelijdenis van de B.S. bevat o.a. de volgende uitspraken. God is een persoonlijk wezen met zedelijke eigenschappen; God heeft nooit een menschelijke gestalte aangenomen (tegen de godheid van Christus); God verhoort het gebed; God moet geestelijk worden vereerd en kan vereerd worden door alle kasten en rassen; berouw en nalaten der zonde is de eenige weg tot vergeving; God is de vader van alle menschen en alle menschen zijn broeders; de ziel is onsterfelijk; God straft de zonde, maar zijn straffen zijn niet eeuwig; God is een drieeenheid, vader, zoon en Heil. Geest; God is zoowel moeder als vader; Brahmanisme is de eenige universeele religie en de B.S. is de laatste Bedeeling; kennis van God ontspringt door geïnspireerde menschen en door de natuur en de intuïtie. (De laatste drie artikelen behooren speciaal bij de groep van Keçab na de laatste scheuring). De B.S. is een rationalistische poging om met miskenning van de principieele verschillen van Hindoeïsme en Christendom (vooral betr. het wezen der zonde), door samenvoeging van heterogene elementen een nieuwen godsdienst te scheppen, om langs dien weg Indië de voorrechten van de Christ, kuituur te brengen.

< >