Oosthoek encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 09-11-2018

Bradley (James)

betekenis & definitie

Bradley (James) - Eng. sterrenkundige, geb. einde Mrt. 1692 te Shireborne; werd in 1721 hoogleer, te Oxford, maakte in 1727 aan de Royal Society zijne onderzoekingen omtrent de aberratie* van het licht bekend, en ontdekte in 1748 de nutatie* der aard-as; hij overleed 1762 te Chalford, een jaar nadat hij zijn post als Astronomer Royal, d.i. directeur der sterrenwacht te Greenwich, als hoedanig hij Halley in 1742 was opgevolgd, om gezondheidsredenen had moeten neerleggen. Uit zijn nagelaten geschriften gaven Hornsby en Robertson de Astronomical observations made at the Observatory at Greenwich, 1750—62 (2 dln., Oxford 1798— 1805) in het licht, waaruit Bessel later (1818) den beroemden catologus van 3222 vaste sterren samenstelde, die onder den naam Fundamenta Astronomine een der klassieke werken der sterrenkunde geworden is, waaruit men te allen tijde kennis omtrent de bewegingen der vaste sterren zal blijven putten. Verder gaf Rigaud B.’s Miscellaneous works and correspondance (Oxford 1832) uit, en Busch zijn Astronomical observations.

B. studeerde oorspronkel. voor theoloog en wordt in Eng. werken meestal als the Rev. B. aangeduid. Hij is als een der uitstekendste en scherpzinnigste sterrenkundige waarnemers van alle tijden te beschouwen.

< >