Oosthoek encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 17-01-2019

Robertson

betekenis & definitie

Robertson - 1) Frederic William, 1816—53, Anglik. pred., laatstelijk te Brighton, behoorende tot de Breed-kerkelijke partij in zijn kerk, theoloog, prediker, ook op sociaal en litterair gebied werkzaam. Hij vat den Bijbel en de kerkleer psychologisch op en munt uit in fijne karakterteekening en ethische toepassing. Sermons, 5 vols., Lectures and addresses on litterary and social topics. Litt.: A. Hopford Brooke, Life and Letters of F. W. Rob. (1863). — 2) James, hoogleeraar in de Semietische talen aan de universiteit te Glasgow, geb. 1840 te Alyth in Schotland.

Hij bestreed in zijn lezingen over The early religion of Israël (1892), waarvan ook een Nederlandsche vertaling verscheen : Israëls oude godsdienst (1896), de evolutionistische constructie der school van Wellhausen, Robertson Smith e.a. Hij schreef ook The Old Testament and its Contents (1893—96) ; The Poetry and the Religion of the Psalms (1898); The First and Second Books of the Kings (1902). — 3) William Robert, geb. 1860 te Welbourne in Lincolnshire ; Britsch generaal, chef van den staf van den Engelschen opperbevelh. in den oorlog 1914—18, Sir Douglas Haig. Nam als gewoon soldaat dienst in het leger en werd, naar Indië gezonden, zwaar gewond; onderscheidde zich in Zuid-Afrika, waar hij het tot brevet Lieutenant-Colonel bracht. Zes jaar lang werkte hij daarna als „assistant-Director of military operations” aan het Departement van Oorlog ; daarna volgde zijn benoeming tot brigade-generaal van den Gen. Staf. te Aldershot, waar hij drie jaar bleef ; was vervolgens voor een gelijk tijdvak commandant van het Stafcollege, werd geridderd (knighted) en was daarna „Director of Military Training” ; toen de oorlog 1914—18 uitbrak, commandeerde R. de 1ste Inf. Divisie. In de eerste maanden van den oorlog was hij Kwartiermeester-Generaal en wekte be wondering door zijn merkwaardige gaven; 1915 benoemd tot Chef van den Generalen staf, nam hij als zoodanig deel aan de conferentie der geallieerden, in het voorjaar van 1916 te Parijs gehouden.

< >