Oosthoek encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 09-11-2018

Bouts (Albrecht)

betekenis & definitie

Bouts (Albrecht) - Bouts, (Albrecht), tweede zoon van Dirk B., geb. waarschijnlijk in Leuven omstreeks 1460, gest. aldaar 1549. In 1481 gehuwd, voor de tweede maal in 1491. Door den Leuvenschen kroniekschrijver Molanus weten wij, dat hij verschillende werken voor de kerken aldaar uitvoerde, o.a. de Hemelvaart van Maria (met portretten van hem zelf en zijn tweede vrouw als stichters.) Hierdoor is hij geïdentificeerd kunnen worden met den z.g. „Meester van de Hemelvaart van Maria” (Brussel No. 534) en zijn, op stijlkritische gronden, nog een Avondmaal, een Hieronymus en een Christus bij Simon den Phariseëer aan hem toegeschreven.

Zijn stijl kenmerkt zich zeer door navolging van zijn vader, terwijl het nieuwe, dat hij zelf aanbrengt en de invloed der Renaissance, dien hij eenigermate ondergaat, hem niet tot een persoonlijkheid maken. Nog eenige werken in de musea te Antwerpen, Berlijn, Frankfort (Stad. Inst.) Genua, Modena, Neurenberg en in particuliere verzamelingen worden met meer of minder recht aan hem toegeschreven.

Litt.: M. Friedlaender, Meisterwerke der Niederl. Malerei des 16 und 16 Jhrh.; Firmenich-Richartz, Aelbr. Bouts, der Meister der Himmelfahrt Mariae (Denkschr. aus Anlasz. d. 25 jahr Bestehens des Suermondt-Mus. zu Aachen 1903) en voorts in Thieme-Becker’s Künstler-Lexikon.

< >