Oosthoek encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 06-12-2018

Boschbescherming

betekenis & definitie

Boschbescherming - De leer der b. omvat de bestudeering van alle gevaren, die het bosch kunnen bedreigen, van de wijze, waarop deze gevaren zooveel mogelijk zijn af te wenden en van de middelen, welke zijn toe te passen om beschadigingen te beperken. Het bosch kan worden beschadigd: 1) door nadeelige beïnvloeding van klimaat, weersgesteldheid of bodemtoestand; 2) door schadelijke dieren of planten en 3) door ondoelmatige of onvoorzichtige handelingen van menschen. Onder 1) behooren de beschadigingen aan boomen toegebracht door vorst, hitte, droogte, grooten regenval, sneeuw, ijzel, ijs, hagel, storm, bliksem, zandverstuiving, overstrooming, verzuring van den bodem. Onder 2) die door onkruid, parasiteerende hoogere planten en zwammen en voorts door huisdieren, herten, reëen, wilde zwijnen, hazen, konijnen en verschill. knaagdieren als muizen, eekhorens, dan nog die door vogels en ten slotte die door de voornaamste vijanden van het bosch: de schadelijke insecten.

Onder 3) kunnen o.m. genoemd worden de schade, veroorzaakt door diefstal van hout, door al of niet moedwillige brandstichting. Een beknopt werkje over boschbescherming is: Kauschinger’s Lehre vom Waldschutz, v. Dr. Hermann Fürst. Berlin. Paul Parey.

< >