Oosthoek encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 06-12-2018

Bloedvatenverkalking

betekenis & definitie

Bloedvatenverkalking (arteriosclerose), is een ziekte der bloedvaten, waarbij de wand verdikt wordt en zijn elasticiteit verliest. Plaatselijk ontstaan in den wand haarden, waar het weefsel te gronde gaat en vervangen wordt door afzettingen van cholesterine, kalk en andere stoffen. Op deze plaatsen is de weerstand van den wand natuurlijk gering. Tot op zekere hoogte is b. een physiologisch verschijnsel; reeds vanaf het dertigste jaar kunnen hier en daar veranderingen gevonden worden, die op een beginnende b. wijzen.

Intusschen zijn deze veranderingen zoo gering, dat zij alleen bij microscopisch onderzoek van de aan het lijk ontnomen bloedvaten vastgesteld kunnen worden. Ziekteverschijnselen geven zij dan nog niet. Deze veranderingen nemen langzamerhand toe. Als regel kan men zeggen, dat bij personen boven de zestig jaar de verschijnselen van b. in meerdere of mindere mate aanwezig zijn. De b. is dus als een ouderdomsverschijnsel te beschouwen, dat, evenals andere ouderdomsverschijnselen, bij den een wat vroeger, en bij den ander wat later kan optreden. Maar de b. kan zich ook als ziekte op jongeren leeftijd openbaren. Wat de oorzaak van het vroegtijdig optreden van het ouderdomsverschijnsel is, weet men niet, maar men kent wel verschillende factoren, die klaarblijkelijk invloed uitoefenen op het vroegtijdig optreden of het sterke ontwikkelen van b. Hiertoe rekent men overmatige lichamelijke inspanning, misbruik van alkohol en tabak, sommige ziekten, zooals syphilis, jicht, suikerziekte en loodvergiftiging. Ook de erfelijkheid schijnt bij arteriosclerose in sommige gevallen een rol te spelen.

De b. ontwikkelt zich niet aan alle bloedvaten gelijkmatig. Soms zijn slechts enkele slagaderen aangedaan. Hieruit volgt, dat de verschijnselen zeer verschillend kunnen zijn. De subjectieve verschijnselen bestaan meestal in een vermindering van de lichaamskracht, een vermindering van de geestelijke vermogens, in bepaalde pijnen, soms pijnen in de hartstreek, uitstralende pijnen in borst en rug en kortademigheid. Overigens zullen de subjectieve verschijnselen zeer sterk afhankelijk zijn van de plaatsen, waar de arteriosclerose optreedt. Bij het onderzoek van den patiënt is dikwijls de harde wand van de vaten, vooral bij het voelen van de pols, duidelijk waar te nemen. De slagaderen zijn min of meer gekronkeld, iets wat vooral aan den slaap zichtbaar is. Het kloppen der aderen is dikwijls zichtbaar op plaatsen, waar men dit anders niet kan waarnemen ; heeft de b. echter den wand zoo sterk verdikt, dat nagenoeg geen ruimte over is, dan wordt daar geen pols gevoeld.

De bloedsdruk is aanzienlijk verhoogd; deze verhoogde bloedsdruk veroorzaakt meestal weer een vergrooting van het hart. In het algemeen wordt, door het verlies van de elasticiteit der vaatwanden, van het hart steeds meer werk gevraagd. Enkele vormen van b. zijn van bijzonder groot belang. B. van de aorta kan, wanneer de haarden bij den oorsprong van de aorta gezeteld zijn, aanleiding geven tot het ontstaan van klepvliesgebreken van de aorta (insufficientie van de aorta). B. van de kransslagader van het hart komt zeer veelvuldig voor ; zij kan soms aanwezig zijn op een tijdstip, dat de andere bloedvaten nog niet belangrijk onder de ziekte geleden hebben. Deze vorm geeft aanleiding tot aanvallen van benauwdheid en angst (angina, pectoris), waarbij dikwijls uitstralende pijnen in den linkerarm voorkomen. Soms volgt zeer plotseling en onverwacht de dood. B. der hersenvaten geeft, geheel afhankelijk van de localisatie, aanleiding tot geringe stoornissen, als hoofdpijn, slapeloosheid, enz., of tot belangrijke psychische afwijkingen.

Zeer dikwijls bezwijkt een vaatje, waardoor een hersenbloeding ontstaat. De leek spreekt dan van beroerte. B. van de slagaderen van het been (meestal slechts eenzijdig voorkomend) geeft soms zeer eigenaardige verschijnselen. Beenbewegingen zijn mogelijk, maar wanneer de patient een korten tijd heeft geloopen, treedt een eigenaardig gevoel van moeiheid, zwakte en doofheid in het been op, waardoor verdergaan onmogelijk wordt (intermitteerend hinken). Na rust gaan de verschijnselen weder spoedig terug. Sterke b. van de bloedvaten van het been, waarbij de wand dikwijls zoo verdikt kan zijn, dat de vaten nagenoeg geen bloed doorlaten, kan ook aanleiding geven tot afsterven van een teen of van den geheelen voet (gangreen). B. van darmvaten verwekt nu en dan aanvallen van heftige buikpijn, die meestal eenige uren na een hoofd-maaltijd optreden. Verschillende gevaren bedreigen de lijders aan b. Van het hart wordt veel welk gevraagd, hartverlamming kan optreden, de nier kan op den duur ziek worden, er ontstaat dan een z.g. schrompelnier. Door het bezwijken van den wand der bloedvaten kunnen bloedingen ontstaan, die afhankelijk van de plaats, waar zij zich voordoen, al of niet gevaarlijk voor den lijder kunnen worden.

Over de eigenlijke oorzaak der b. is weinig bekend, sommigen meenen zelfs, dat de b. niet als een ouderdomsverschijnsel moet aangemerkt worden, maar werkelijk als een ziekte, die weliswaar ten slotte ieder oud persoon aantast, maar die toch, indien men slechts de oorzaak wist, vermeden zou kunnen worden. Dikwijls is de meening verkondigd, dat de oorzaak in een langzame vergiftiging, ontstaan tengevolge der voeding, gezocht moest worden. De vergiftige stoffen zouden in het darmkanaal gevormd worden, of reeds in de voeding aanwezig zijn. Proefondervindelijk heeft men kunnen aantoonen, dat voeding met bepaalde stoffen, b.v. met cholesterine, bij dieren b. verwekt, of althans vaatveranderingen doet ontstaan, die met b. groote overeenkomst vertoonen. Herhaalde inspuitingen met adrenaline, het werkzame bestanddeel der bijnieren, zou eveneens b. bij dieren veroorzaken. Volgens sommigen zou b. dan ook het gevolg zijn van een te sterke functie der bijnieren. Over de prognose bij b. valt zeer weinig te zeggen, omdat deze vooral afhankelijk is van de vraag, welke bloedvaten het sterkst zijn aangedaan en of er kans tot barsten van bloedvaten bestaat. Lijders aan b., wier zichtbare bloedvaten sterk aangetast zijn, behoeven daarom nog geen gelijke verandering in de bloedvaten te hebben, die de meer levensgewichtige organen; (hersenen, hart enz.) verzorgen.

Genezing van b. is niet mogelijk; de behandeling moet ten doel hebben den verderen voortgang van het proces te vertragen, en gevaarlijke complicaties te voorkomen. De lijder aan b. zal rustig moeten leven, zich moeten vrijwaren voor lichamelijke en geestelijke inspanning en voor emoties. De maaltijden moeten eenvoudig, en vooral niet te ruim zijn, voor geregelden stoelgang moet gezorgd worden. In het algemeen zal de lijder zoo hygiënisch mogelijk moeten leven. Voorkomen van arteriosclerose is niet met zekerheid mogelijk. Matigheid in het gebruik van alkohol en tabak is van groot belang. Volgens sommigen zou vermijding van vleesch en het gebruiken van praeparaten als karnemelk, yoghurt, enz. arteriosclerose kunnen voorkomen, maar deze meening wordt volstrekt niet algemeen gedeeld.

< >