Oosthoek encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 06-12-2018

Bismut

betekenis & definitie

Bismut of Bismuth, symbool Bi, scheikundig element, in de oudheid geheel onbekend, het eerst door Basilius Valentinus besproken als een tusschen tin en ijzer staand halfmetaal. Paracelsus, die het Wisemat noemt, is van dezelfde meening, terwijl Agricola het voor een metaal houdt. Het blijft echter slecht bekend, wordt vaak met andere metalen verwisseld, b.v. door Lubavius (1600) met antimoon en door Lemery (1675) met zink. Eerst door Pott (1739) en vooral door Bergman wordt het nauwkeurig gekarakteriseerd.

De naam stamt af van het Griekse woord voor loodwit; met deze stof werden n.l. de basische bismut-zouten verwisseld. B. behoort tot de meer zeldzame elementen; komt gedegen in de natuur voor in den vorm van kleine spikkels en als varenbladachtige kristalskeletten, dikwijls in gezelschap van de ertsen van tin, koper, kobalt, goud en zilver. Ook het bismutien is een belangrijk B.-erts. B. vormt verder een bestanddeel van enkele in de natuur voorkomende sulfozouten, terwijl door de inwerking van atmosfeer en grondwater dicht bij de oppervlakte uit de genoemde sulfidische mineralen gevormd worden, de oxydische: bismiet en bismutiet. Het vrije metaal, dat vroeger door voorzichtig uitsmelten als bijproduct gewonnen werd, of door reductie met kool, uit oxyden werd bereid, wordt nu grootendeels als bijproduct bij het electrolytisch raffineeren van koper verkregen. B. is een roodachtig wit, bros metaal, dat bij langzame bekoeling kristalliseert in op kuben gelijkende rhomboeders. Het is isomorf met antimoon en arseen. Het specifiek gewicht is bij kamertemperatuur ongeveer 9,8.

Het smeltpunt, dat voor het zuiverst bekende B. 264° bedraagt en dat door kleine bijmengselen sterk wordt veranderd, wordt door druk verlaagd. Het metaal zet zich, dus bij vast worden uit. B. is onder de metalen de slechtste warmtegeleider. De electriciteit geleidt het goed, doch de weerstand neemt door de aanwezigheid van een radium-preparaat of door een magneetveld, sterk toe. In de thermoëlectrische spanningsreeks vormt het het negatieve einde; vandaar zijn gebruik in thermozuilen. In het vacuum van het groene kathodelicht verdampt B. merkbaar bij 268° en kookt bij 1050°. Bij gewonen druk worden verschillende waarden voor het kookpunt opgegeven, waarvan die tusschen 1650° en 1700° het meest vertrouwen verdienen. In het periodiek systeem der elementen vindt B. zijn plaats in de 5e groep als laatste lid van de reeks stikstof, phosphor, arseen, antimoon; de overeenkomst met deze elementen is weinig uitgesproken.

Als element met het hoogste atoomgewicht van die groep vertoont het het sterkste basische (metaal) eigenschappen. Het vormt dan ook bijna uitsluitend, kationen n.l. het driewaardige Bi-ion terwijl ook nog zuurstofhoudende ionen b. v. BiO (bismutyl) optreden kunnen. Het uiterst zwak basisch karakter dezer ionen blijkt echter uit het feit, dat de zouten, die ervan zijn afgeleid, door water zeer sterk worden gehydrolyseerd onder vorming van basische zouten of hydroxyde. Behalve als driewaardig element kan B. in enkele verbindingen nog 5- en waarschijnl. ook 2- en 4-waardig voorkomen. Het metaal zelf dient voornamelijk tot het maken van gemakkelijk smeltbare bismutlegeeringen, welke voor verhittingsbaden, smeltzekeringen in stoomketels, in automatische brandblusschers en voor sommige electrische doeleinden gebruikt worden. Ook geeft toevoeging van wat B. een beter antifrictiemetaal. Voor thermozuilen gebruikt men veelal een alliage van 90% B. en 10% antimoon. Van de verbindingen zijn het bismutoxyde, bismutchloride en oxychloride en bismutnitraat min of meer van belang.

De grootste hoeveelheid B.-verbindingen dient voor medisch en cosmetisch gebruik, een gedeelte ook in de porcelein- en glasindustrie. Nadat Saksen gedurende langen tijd het monopolie gehad had, is het door Bolivia als producent van B. overvleugeld. In 1913 leverde dat land 275 ton; daarop volgden Saksen, Australië, Peru en Mexico. In de Ver. St. v. N.-Amerika wordt B. gewonnen als bijproduct bij het electrolytisch raffineeren van koper. De prijs wordt beheerscht door een syndikaat van raffinadeurs en was in 1914 in New-York ± ƒ10.per K.G.

< >