Oosthoek encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 17-01-2019

Tin

betekenis & definitie

Tin - scheikundig element, symbool Sn, atoomgewicht 119.0, is een van de oudst bekende metalen. In de graven der Egyptenaren komen voorwerpen van brons voor, de Assyriërs, Babyloniërs en de Perzen hebben het metaal gebruikt, waarvan zij de ertsen vermoedelijk in Khorassan, de meest N.O. provincie van Perzië, tusschen Afghanistan en de Kaspische zee kregen. De Phoeniciërs haalden tin van de Engelsche eilanden, die daarnaar Cassiteriden werden genoemd en die voortdurend tinproducenten zijn gebleven. In deze tijden bleef alleen eenige onzekerheid bestaan, doordat men tin en lood niet voldoende onderscheidde.

Dit geschiedde eerst door Plinius, die het lood als plumbum nigrum, ook wel plumbum alleen, onderscheidde van het tin, dat plumbum album heette. In de natuur komt t. voor als oxyde, kassiteriet en, zeldzaam, als sulfostannaat: stanniet, kylindriet en franckeïet. — Tin is een wit, glanzend metaal, dat harder is dan lood, doch zachter dan goud. Bij het buigen geeft het een eigenaardig geluid, het schreien van het tin, dat bij toevoeging van andere metalen in eenigszins belangrijke hoeveelheid, b.v. lood, verdwijnt. Men kan t. bij 180° tot draad uittrekken en tot dun blad uitwalsen, z.g. stanniool of tinfolie. T. komt in verschillende allotrope modificaties voor, waarvan goed bestudeerd zijn: het grauwe tin, dat de stabiele vorm is bij temperaturen onder de 18°, het gewone of witte tin, de ons allen bekende gewone vorm, die in het tetragonale stelsel kristalliseert, en het rhombische tin, een vorm, die boven 161° stabiel is en door groote brosheid uitmunt. T. smelt bij 230.9°. De toevoeging van andere metalen heeft op dit smeltpunt grooten invloed. De meeste gemakkelijk smeltbare alliages bevatten t. Bij gewone temperatuur blijft t. aan de lucht onveranderd, bij hoogere temperatuur oxydeert het tot wit tinoxyde.

Ook gelijktijdige inwerking van lucht en water heeft weinig uitwerking. Tegen verdunde en de meeste zwakke zuren is t. bestand; vandaar zijn gebruik voor vaatwerk, hetzij op zichzelf, hetzij ter bedekking van voorwerpen, gemaakt van metalen, die gemakkelijker worden aangetast, of die vergiftige verbindingen kunnen opleveren. Zoo wordt ijzer met tin bedekt, waardoor blik wordt verkregen, koperen vaatwerk wordt vertind, looden waterleidingbuizen, welke dienen moeten voor water dat lood aantast, met een tinnen voering voorzien. Zelfs indien het tin voor een deel wordt in oplossing gebracht, is het gevaar, dat daardoor voor de gezondheid ontstaat, betrekkelijk gering, daar het organisme weliswaar niet geheel onverschillig is voor het gebruik van grootere hoeveelheden tinverbindingen, zooals door een aantal vergiftigingsgevallen schijnt bewezen te worden (hoewel men ook wel heeft getracht die op rekening van meer schadelijke bijmengselen te schuiven), maar toch veel minder gemakkelijk ernstig erdoor wordt geschaad. Het gebruik van tin voor verschillende van deze doeleinden, heeft tot een uitvoerige studie geleid van de oplosbaarheid van tin in verschillende omstandigheden, waarbij is gebleken, dat de oplosbaarheid grooten invloed ondervindt van kleine bijmengselen, b.v. zout in zwak zure oplossingen, dat de oplosbaarheid sterk vergroot. Van de sterke zuren werkt kokend geconcentreerd zoutzuur in onder waterstofontwikkeling, salpeterzuur vormt onoplosbaar tinoxyde. Van de elementen werkt chloor gemakkelijk in onder vorming van chloriden. T. treedt op als twee- en als vierwaardig element.

In den tweewaardigen vorm heeft het in hoofdzaak metaalkarakter, de vierwaardige vormen gemakkelijker negatieve ionen. Over het algemeen bestaat de neiging in den vierwaardigen vorm over te gaan, zoodat de tweewaardige stanno-verbindingen als reductiemiddelen toepassing vinden. T. zelf wordt wegens zijn moeilijke aantastbaarheid voor allerlei gebruiksvoorwerpen toegepast. Verder in legeeringen met koper als brons, waarbij soms ook andere metalen worden toegevoegd. Dezelfde elementen vormen het klokkenmetaal. Nieuw-zilver bevat daarenboven nog koper, muntmetaal tin, fosforbrons fosfor, siliciumbrons silicium. Soldeer is een alliage met lood, terwijl brittanniametaal antimoon bevat. Van de verbindingen verdienen wegens haar toepassingen vermelding: tinchloruur, dubbelzouten van tintetrachloride, tinsulfide, tinoxyde, fosfortin.

< >